4.2 Repatriëring in de loop van een onderlingoverlegprocedure
17. Indien repatriëring deel uitmaakt van een regeling, kunnen de voorwaarden variëren, maar vaak is het toegestaan dat de repatriëring wordt geëffectueerd door middel van een directe terugbetaling dan wel een verrekening via de concernrekeningen. Doorgaans wordt ook bepaald dat de belastingplichtige de repatriëring mag verrichten binnen een onderling overeengekomen redelijke termijn, zonder heffing van bronbelasting door de staat vanwaaruit de repatriëring gebeurt en zonder enige extra fiscale behandeling in de staat waarnaar de repatriëring wordt verricht. De repatriëring kan onderworpen worden aan een controle.
Aanbeveling 3:
Wanneer bevoegde autoriteiten tijdens een onderlingoverlegprocedure overeenkomen dat de boeken daadwerkelijk in overeenstemming moeten worden gebracht met het economische doel van de primaire correctie, achten de lidstaten repatriëring door middel van een directe terugbetaling dan wel een verrekening via de concernrekeningen een passend instrument om dit resultaat te bereiken.
Aanbeveling 4:
De belastingdiensten moeten zich ervan bewust zijn dat belastingplichtigen tot 90 dagen nodig kunnen hebben, te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de overeenkomst, om de repatriëring daadwerkelijk te effectueren.
Aanbeveling 5:
Wanneer in het kader van een onderlingoverlegprocedure een regeling wordt overeengekomen die in repatriëring voorziet, wordt aanbevolen in de overeenkomst te bepalen dat geen bronbelasting zal worden geheven door de lidstaat vanwaaruit de repatriëring gebeurt en geen extra fiscale lasten zullen worden opgelegd in de lidstaat waarnaar de repatriëring wordt verricht.
18. Aangezien een repatriëring plaatsvindt na de oorspronkelijke transactie, kan de lidstaat waarnaar de repatriëringsbetaling wordt verricht, zich op het standpunt plaatsen dat de betaling ook een rentecomponent dient te omvatten om de in het binnenland gevestigde belastingplichtige te compenseren voor het gebruik dat de buitenlandse gelieerde onderneming heeft gemaakt van de gelden van die belastingplichtige tussen het tijdstip van de oorspronkelijke transactie en de repatriëring. Een dergelijke benadering zou de repatriëring evenwel alleen maar verder compliceren en kan ook weer eigen fiscale gevolgen hebben.
Aanbeveling 6:
Bij een onderlingoverlegprocedure tussen lidstaten verdient het - om redenen van vereenvoudiging - aanbeveling dat de lidstaten, voor zover dat mogelijk is, repatriëring zonder rentecomponent toestaan en dat dit in de overeenkomst in het kader van de onderlingoverlegprocedure wordt vermeld.